Argumenteren
Op deze webpagina staat een samenvatting van de belangrijkste theorie. Indien je meer wil lezen, klik je op de knoppen aan de rechterkant voor meer uitleg/verdieping.
Standpunten
Een standpunt is een persoonlijke opvatting, mening, of positie ten opzichte van een bepaalde kwestie, onderwerp, of situatie. Het is de positie die iemand inneemt of de visie die iemand heeft over een bepaald onderwerp, gebaseerd op hun overtuigingen, waarden, kennis, en ervaringen.
Een standpunt kan worden gevormd door verschillende factoren, zoals persoonlijke ervaringen, culturele achtergrond, sociale invloeden, of educatie.
Het hebben van een standpunt stelt mensen in staat om hun gedachten en gevoelens over bepaalde zaken te uiten en helpt bij het vormen van discussies en debatten over relevante onderwerpen.
Synoniemen van standpunt zijn: stelling(name), bewering, mening.
Argumenten
Argumenten zijn redenen of bewijsstukken die worden gebruikt om een standpunt of mening te ondersteunen of te rechtvaardigen. Een argument is bedoeld om een claim te ondersteunen en te verdedigen door middel van logica en bewijs.
We onderscheiden feitelijke argumenten en waarderende.
Feitelijke argumenten zijn controleerbaar, waarderende niet. Degene die de feitelijke uitspraak doet, claimt dat deze waar is, waarschijnlijk of aannemelijk. Een feitelijke uitspraak is een feit, indien deze waar is.
Waarderende argumenten zijn uitspraken die niet-feitelijk zijn. Zulke uitspraken geven waarde-oordelen, ze zeggen bijvoorbeeld dat iets goed of slecht is, mooi of lelijk, aardevol of waardeloos, wenselijk of onwenselijk, gepast of ongepast.
Soorten argumenten
Er zijn verschillende soorten argumenten:
- controleerbare feiten
- voorbeeld
- vergelijking (analogie / net zo als..)
- ervaring (empirisch argument)
- gezag of autoriteit
- gevolg
- nut of gewenste gevolgen
- gevoel, intuitie of emotionele gevolgen (emotioneel argument)
- algemene normen en waarden
- geloof (persoonlijke overtuiging, moreel argument)
- veronderstelling(en)
- vermoedens (op basis van veronderstelling(en) maar subjectiever
Argumentatierelaties / schema's
Argumenten kun je ook indelen op basis van het verband tussen het standpunt en het argument: schema's. We onderscheiden de volgende shema's (uit de syllabus van examenblad.nl):
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg (causaliteit):
De schrijver of spreker wijst op een of meer gevolgen om de waarschijnlijkheid van een oorzaak te onderbouwen of op een of meer oorzaken om de waarschijnlijkheid van een gevolg te onderbouwen.
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap:
De schrijver of spreker geeft een of meer kenmerkende eigenschappen van een persoon, object of verschijnsel om een standpunt over een andere eigenschap te onderbouwen.
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
De schrijver of spreker geeft voor- en/of nadelen van een voorgestelde actie of handeling om een standpunt over de (on)wenselijkheid ervan te onderbouwen.
Argumentatie op basis van voorbeelden (en algemene uitspraak)
De schrijver of spreker geeft voorbeelden van het optreden van een eigenschap of verschijnsel om een standpunt over het algemener voorkomen van die eigenschap of dat verschijnsel te onderbouwen.
Argumentatie op basis van vergelijking
De schrijver of spreker maakt een vergelijking tussen twee situaties; op grond van wat in de ene situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is, onderbouwt hij een standpunt over wat in de andere situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is.
Argumentatie op basis van autoriteit
De schrijver of spreker beroept zich op een uitspraak van een deskundige en betrouwbare bron om een standpunt te onderbouwen. Ook: argumentatie op basis van een gezaghebbende bron.
Argumentatiestructuren
Argumentatiestructuren:
We kunnen argumentaties grafisch weergeven in zogenaamde argumentatiestructuren. We onderscheiden vier basisstructuren:
De enkelvoudige argumentatie:
er is een standpunt dat wordt ondersteund door een argument:
De onderschikkende argumentatie:
een argument ondersteunt een argument.
De nevenschikkende argumentatie
Nevenschikkend met onafhankelijke argumenten: de argumenten hebben elkaar niet nodig, ze kunnen los van elkaar het standpunt onderbouwen.
De nevenschikkende argumentatie
Nevenschikkend met afhankelijke argumenten: de argumenten kunnen niet los van elkaar het standpunt onderbouwen.
Combinaties onder- en nevenschikkende argumentaties komen ook voor:
Drogredenen
Drogredenen
Onjuist gebruik van een argumentatieschema of een overtreding van een discussieregel.
A. Van een onjuist gebruik van een argumentatieschema is onder andere sprake bij de volgende drogredenen:
- Onjuist beroep op een oorzaak-gevolgschema
- Onjuist beroep op een kenmerk- of eigenschapsschema
- Onjuist beroep op een voor-en-nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
- Onjuist beroep op een voor-en-nadelenschema: vals dilemma
- Onjuist beroep op een voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
- Onjuist beroep op een vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
- Onjuist beroep op autoriteit
B. Van een overtreding van een discussieregel is onder andere sprake bij de volgende drogredenen:
- Persoonlijke aanval
- Ontduiken van bewijslast
- Cirkelredenering
- Vertekenen van een standpunt
- Bespelen van publiek
Het beoordelen van een betoog / argumentatie
Beoordelen, aanvaarden of verwerpen
De volgende tekst is afkomstig uit de syllabus van examenblad.nl
beoordelen:
de kandidaat kan een betoog op aanvaardbaarheid beoordelen op basis van:
a. aanvaardbaarheid en controleerbaarheid van feitelijke argumenten
b. betrouwbaarheid van bronnen;
c. aanvaardbaarheid van waarderende argumenten;
d. relevantie van argumenten;
e. consistentie van de argumentatie
f. toereikendheid van de argumentatie.
a. aanvaardbaarheid en controleerbaarheid van feitelijke argumenten: Feiten moeten verifieerbaar en controleerbaar zijn door andere experts of onderzoekers. Dit betekent dat anderen in staat moeten zijn om de geldigheid van de feiten te bevestigen door middel van onafhankelijk onderzoek of analyse.
b. betrouwbaarheid van bronnen: Betrouwbaarheid van de bron: Feiten moeten afkomstig zijn van betrouwbare en geloofwaardige bronnen. Dit kunnen wetenschappelijke studies, experts op het gebied, gerenommeerde instituten, officiële rapporten of andere gezaghebbende bronnen zijn.
c. aanvaardbaarheid van waarderende argumenten: Waarderende argumenten worden als acceptabel beschouwd wanneer ze relevant, goed onderbouwd en eerlijk zijn. Deze argumenten worden vaak gebruikt om oordelen, evaluaties of persoonlijke standpunten te ondersteunen en zijn gericht op het geven van waardering aan bepaalde ideeën, acties, personen of entiteiten. Ze zijn niet controleerbaar waardoor ze vaak onderbouwd moeten worden met andere (sub)argumenten.
d. relevantie van argumenten: De gepresenteerde argumenten moeten relevant zijn voor het onderwerp of het argument dat wordt besproken. Ze moeten direct verband houden met de bewering die wordt gemaakt.
e. consistentie van argumentatie: De argumenten moeten in overeenstemming zijn met andere geaccepteerde kennis en wetenschappelijke theorieën. Ze mogen niet strijdig zijn met algemeen aanvaarde principes of bevindingen. Ze mogen niet in tegenspraak zijn met andere argumenten.
f. toereikendheid van de argumentatie: Argumenten moeten voldoende steun bieden zodat standpunten worden ondersteund door solide bewijsmateriaal, De geleverde bewijzen/argumenten moeten voldoende zijn (toereikend zijn).
Maak jouw eigen website met JouwWeb